Verweven Stedelijke Ecologie

BOB361 architects

Details

Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij BGHM
Vorst
2020
B400022
Ivo Vanhamme
ivo.vanhamme@bob361.com
02 511 07 91
https://www.bob361.com/projects/detail/olieslagerij
Ontwerpbureau Pauwels, Studiebureau Lavreysen, RCR Studiebureau, Daidalos Peutz bouwfysisch ingenieursbureau
Accepté
Description du projet
Het verweven van ecologische openbare ruimte voor traag verkeer in de stedelijke dichtheid van Vorst Brussel door het modelleren van de volumetrie van 59 passiefwoningen en een kribbe. Het project is gelegen in een dense buurt met drukke wegen (auto- en tramverkeer) en grootschalige bouwblokken. Het ontwerp vertrekt vanuit de zoektocht naar perfecte integratie in zijn omgeving en sociale context. De inplanting van 4 nieuwe gebouwen is zorgvuldig gekozen om 3 kleinschalige bouwblokken te vormen. Door de centrale groene ruimte over te dragen naar het publieke domein, gaven we de open ruimte aan de buurt als alternatieve rustige route voor traag verkeer en groene verblijfsruimte.
Op verschillende manieren is dit project exemplarisch qua duurzaamheid, architectuur en stedenbouw.
- Een eerste aspect is de verweving van stedelijk weefsel door het creëren van ecologische openbare ruimtes voor traag verkeer. Het project toont een ecologische ontwikkeling met veel aandacht voor doorlaatbare en natuurlijke open ruimtes, waarbij architectuur en stedelijke ontwikkeling integraal ontworpen zijn.
- De volumetrie van de nieuwe gebouwen werd bepaald door de onmiddellijke context door aansluiting te zoeken bij de bestaande blinde muren, het afstemmen van de hoogtes van de bouwblokken met de naburige gebouwen en door de creatie van open ruimtes met aangepaste maten.
- De nieuwe functies van deze passieve constructie laden de publieke ruimte op.
- Bovendien werd de site ontwikkeld als een link in een grotere stedelijke context, door de creatie van publieke passages voor zacht verkeer en (semi-) publieke groene ruimtes. De interactie tussen private tuinen, semipublieke en publieke zones en heeft zo een positieve impact op de directe omgeving. Op deze manier maken we een coherent geheel van gebouwen en landschap die zowel bewoners als passanten zich kunnen toe-eigenen.
Nieuwe projecten hebben vaak de neiging om de bouwblokken af te sluiten en zo ‘gated communities’ te creëren die enkel toegankelijk zijn voor de bewoners zelf. We hebben besloten het tegenovergestelde te doen: de inplanting van 4 nieuwe gebouwen is zorgvuldig gekozen om 3 kleinschalige bouwblokken te vormen. Door de centrale groene ruimte over te dragen naar het publieke domein (wat heel wat overtuigingskracht vergde), gaven we de open ruimte aan de buurt als alternatieve rustige route voor traag verkeer en groene verblijfsruimte. De inplanting van de gebouwen werd ingegeven vanuit de directe context door het aansluiten op de bestaande wachtgevels en het afstemmen van de hoogtes van de bouwblokken op de omgeving. Bovendien werd de site ook maximaal ontwikkeld als schakel in een groter stedenbouwkundig geheel, door het creëren van publieke passages voor zacht verkeer en (semi-)publieke groene ruimtes.

De opstelling en organisatie van de volumes zorgen ervoor dat de binnenzijde van het bouwblok tot een publieke ruimte wordt omgevormd. Ze bestaat uit een variëteit aan open ruimtes met verschillende privacy gradiënten: naast private tuinen zijn er stedelijke pleinen, een publieke ecologische tuin met wadi’s en wilde bloemen, een esplanade voor traag verkeer met bomen en semipublieke moestuinen. Er wordt een connectie gelegd met de bestaande publieke ruimte en infrastructuur.
De materiaalkeuzes werden gemaakt op basis van hun NIBE klassering. De voornaamste materialen zijn baksteen, hout (schrijnwerk en balustrades) en gegalvaniseerd staal voor dakranden en de terrasstructuren. Het waterbeheer speelt ook een belangrijke rol: piekdebieten van overstortwater worden vermeden door buffertanks met vertraagde afvoer en in de gemeenschappelijke groene zone werden wadi’s aangelegd: verzamelputten van oppervlakte water dat daar traag verdampt en/of infiltreert. In samenwerking met de landschapsarchitect werden deze elementen geïntegreerd in een afwisselende omgevingsaanleg. Regenwater wordt opgevangen en hergebruikt.
De architecturale en bouwkundige implicaties zijn erop gericht de gratis zonnewarmte op te vangen wanneer ze welkom is (winter) en te weren wanneer ze storend kan zijn (zomer). Deze aspecten zijn vertaald in de plannen en de gevels: het project bestaat uit appartementen met een optimale zuid of west oriëntatie, wat erg belangrijk is in de context van de beoogde passieve constructie.

Naast de stedenbouwkundige en architecturale strategieën werd ook volop ingezet op energiezuinige maatregelen voor de isolatieschil en de technische installatie. Het project voldoet aan de passiefnorm. De gebouwen worden zeer goed geïsoleerd, PV-panelen werden geïnstalleerd op de daken en de woningen zijn voorzien van ventilatiesysteem D met warmteterugwinning met zeer hoog rendement. De gebouwen hebben elk een centrale verwarmingsinstallatie in plaats van individuele verwarming. Met dit sociale woningbouwproject heeft het ontwerpteam ernaar gestreefd een zo hoog mogelijke energiebalans te halen met een beperkt budget.
Edition 2022

Voir les gagnants

Découvrez les gagnants de l'édition 2022 des Belgian Building Awards

Découvrez les photos

des éditions précédentes

Cliquez pour voir les albums